6 februari 2022

6 februari 2022

Sylvester Johnson (geboren als Sylvester Thompson; 1 juli 1936 – 6 februari 2022) was een Amerikaanse blues- en soulzanger en platenproducer. Tot zijn meest succesvolle platen behoorden “Different Strokes” (1967), “Is It Because I’m Black” (1969) en “Take Me to the River” (1975).

1950s: Vroege leven en opname debuut
Geboren in Holly Springs, Mississippi, verhuisde hij in 1950 met zijn familie naar Chicago, waar bluesgitarist Magic Sam zijn buurman was. Johnson zong en speelde met Magic Sam en andere bluesartiesten, zoals Billy Boy Arnold, Junior Wells en Howlin’ Wolf, in de jaren 1950. Hij nam op met Jimmy Reed voor Vee-Jay in 1959, en maakte zijn solodebuut datzelfde jaar met “Teardrops” op Federal, een dochteronderneming van King Records uit Cincinnati, gesteund door Freddie King op gitaar.

Johnson begon op te nemen voor Twilight/Twinight uit Chicago in het midden van de jaren zestig. Beginnend met zijn eerste hit, “Come On Sock It to Me”, in 1967, domineerde hij het label als zowel hitmaker als producer. Zijn nummer “Different Strokes”, ook uit 1967, is opgenomen op het breakbeat verzamelalbum, Ultimate Breaks and Beats (SBR 504).

Hij schreef nummers die thema’s van de Afro-Amerikaanse identiteit en sociale problemen onderzochten, zoals “Is It Because I’m Black”, dat in 1969 nummer 11 bereikte op de Billboard R&B chart.

In 1971 bracht producer Willie Mitchell Johnson naar Hi Records, waarvoor de twee drie albums opnamen, die een aantal singles opleverden. Geproduceerd in Memphis met de Hi huisband, bevatten deze albums de hits “We Did It”, “Back for a Taste of Your Love” en “Take Me to the River”,[1] zijn grootste succes, het bereiken van nummer 7 in de R&B chart in 1975. Bij Hi Records stond Johnson echter altijd in de schaduw van Al Green, zowel commercieel als artistiek. Mitchell koos er ook voor om voornamelijk eigen composities te gebruiken in plaats van Johnson’s originele nummers.

Na zijn jaren bij Hi produceerde Johnson twee LP’s voor zijn eigen Shama label, waarvan de tweede, de soul/funk Ms. Fine Brown Frame (1982), werd opgepikt voor distributie door Boardwalk Records. Het titelnummer van dat album was Johnsons laatste hit.

Rond het midden van de jaren tachtig trok Johnson zich grotendeels terug van optreden en trad hij nog slechts af en toe op in bluesclubs. In die tijd opende hij een keten van visrestaurants, en begon hij te investeren in onroerend goed.

In 1992 kwam Johnson erachter dat zijn nummer “Different Strokes” was gesampled door verschillende rappers, waaronder Wu-Tang Clan, Public Enemy, Kool G Rap, Hammer, en de Geto Boys. Dit stimuleerde zijn interesse om een comeback te maken in de muziekindustrie.[8] Hij nam het album Back in the Game op, uitgebracht door Delmark Records in 1994, met daarop de Hi ritmesectie en zijn jongste dochter, Syleena Johnson.

Johnson was een van de meest gesamplede artiesten, grotendeels van “Different Strokes” en “Is It Because I’m Black”. Hij vond dat het stelen van muziek van een originele artiest zonder de juiste vergoeding diefstal was en hij klaagde andere artiesten aan wegens schending van het auteursrecht.

Johnson was de broer van bluesgitarist en zanger Jimmy Johnson en bassist Mack Thompson. Hij overleed op 85-jarige leeftijd, zes dagen na de dood van zijn oudere broer Jimmy Johnson.